Dit boek vertelt het verhaal van Warren Harding, grotendeels in zijn eigen woorden. Hij was de laatste selfmade man in het Witte Huis, de enige president zonder diploma’s, opgeklommen als de jongste hoofdredacteur van het land. Hij werd de meest gevraagde spreker. Maar hij was ook de beste luisteraar, iemand die met Jan en alleman een gesprekje aanknoopte en hun vroeg naar hun mening over van alles en nog wat. Hij was een van de meest onervaren politici in zijn tijd, met geen andere leidinggevende ervaring dan het aansturen van een kleine krantenredactie en een drukkerij. En dat, vonden de kiezers in 1920, was precies wat het land toen nodig had.
Amerika was gefascineerd door Warren Harding, en hoe kon dat ook anders? Hij was de buurman die je in de winkel om de hoek tegenkomt. Hij sprak huiskamertaal, hij kon je uitleggen waarom asfalt op straat beter was voor het dorp dan klinkers. Alles aan hem was gewoon, doorsnee. Tegelijkertijd was hij een ster, een idool. De kranten schreven over hem, Hollywoodacteurs kwamen naar zijn huis om met hem op de foto te mogen, en als je in het weekend naar de film ging, dan zag je hem in het bioscoopjournaal. Hij straalde een en al betrouwbaarheid uit.
De mensen wilden terug naar de dagen waarin mannen als Harding je burgemeester waren, het hoofd van je school, je huisarts. Terug naar toen alles nog voorspelbaar was, en normaal. Return to Normalcy, dat werd Hardings verkiezingsleus, en de burgers snakten daarnaar. Na een wereldoorlog, te midden van een economische crisis, met miljoenen werklozen, terwijl er een virusepidemie door het land raasde, was het hoog tijd voor iemand die je in je eigen buurt tegen het lijf zou kunnen lopen.
Amerika kreeg hem op een presenteerblad aangeboden, en hij stelde niet teleur. Hij, de jonge journalist die al op 21-jarige leeftijd in zijn krant, in tien korte zinnen, had geschreven hoe je dat echt deed, zonder flauwekul, straat voor straat: Make America Great Again. Hij betrad het Witte Huis in 1921 en wees meteen de weg naar hoe een land opkrabbelt na jaren van tegenslag en hoe een hoge werkloosheid het best bestreden kon worden. Hij werd de eerste president die in de trein stapte om een stad vol racisten te vertellen dat hij de ongelijke behandeling van Zwart Amerika beu was. En toch raakte de man in de vergetelheid.
Dat heb ik altijd hoogst merkwaardig gevonden sinds de dag dat ik voor het eerst de stad Marion, Ohio, binnenreed, in 1990. Ik had een zwak voor Warren Harding, en niet alleen omdat ik toen zelf, net als hij, een jonge hoofdredacteur van een klein regionaal dagblad was. Op mijn achterbank lag Francis Russells biografie van Harding, The Shadow of Blooming Grove. Het boek deed destijds veel stof opwaaien, voornamelijk vanwege de open plekken op tweeëntwintig pagina’s. Dat waren weggelaten zinnen, geschrapt op last van een rechter. Ze hadden betrekking op passages uit Hardings privécorrespondentie, en de erven Harding stonden op geheimhouding.
Als iets de nieuwsgierigheid prikkelt, is dat het wel. Wat, vroeg ik mij af, zou de man er zelf van gevonden hebben, niet toen maar nu, na zijn dood. Achteraf zou blijken dat die open plekken in het boek citaten uit zijn liefdesbrieven waren. Ik kwam tot de slotsom dat hij onder de huidige omstandigheden alle reden had om voor openheid te kiezen.
Want Warren Harding werd niet alleen vergeten, maar historici hadden er een schepje bovenop gedaan en hem postuum overladen met kritiek. Hij leidde een regering van knappe koppen, maar achter zijn rug waren één minister en één ambtenaar zo rot als een mispel, en dat leidde na zijn dood tot schandalen. Die kleefden aan hem, onverdiend, maar hij was er niet meer om zich te verdedigen.
Problematisch voor zijn reputatie van betrouwbare buurman waren bovendien de twee vrouwen die zijn nagedachtenis compliceerden. De ene was minderjarig en schreef in 1927 een boek over hun relatie en hun kind, dat insloeg als een bom. Fatsoensridders zagen hun kans schoon om de overleden president verder te beschadigen. De andere vrouw was de buurvrouw. Zij publiceerde niets, maar ze dreigde er wel mee. Ze chanteerde Harding met zijn eigen liefdesbrieven en had daarmee voorkomen dat hij al in 1916 president was geworden.
Historici beginnen nu pas te beseffen welke consequenties haar daden hebben gehad.
Warren Harding in de drukkerij van zijn krant The Marion Daily Star in Marion, Ohio.
Er zat Moors bloed in Warrens voorgeslacht, alleen liep het niet via de Hardings, maar via de Dickersons, zijn moeders familie. Zij was een nazaat van Jan Janssen uit Haarlem, een Hollandse piraat die voor de kust van Marokko belandde en zich in Salé vestigde, nabij wat nu Rabat is. Zijn naam werd Jan van Salee en hij trouwde met een plaatselijke donkere schone, Margarita. Hun zoon Anton emigreerde naar Manhattan, naar Nieuw-Amsterdam, samen met zijn vrouw Grietje Reiniers. Anton begon een kroeg, Grietje lanceerde een carrière als New Yorks eerste prostituee. Het feit dat we vierhonderd jaar later nog steeds weten dat ze met een bezemsteel het instrumentarium van haar klanten de maat nam voordat ze met hen in een kamertje achter de bar verdween, suggereert dat het daar een tijdlang het gesprek van de dag was.
Anton Janszoon van Salee was een kind van de Moorse Margarita. Hij was donkergekleurd en een reus van een vent. ‘De Turk’, noemden ze hem in de stad, en Griet en hij pasten zich moeilijk aan, ze golden als ruziezoekers. Uiteindelijk werden ze samen verbannen naar het Conyne Eylandt, oftewel Konijnen Eiland, nu Coney Island, om daar tussen de hazen en konijnen te wonen, maar Grietje bleek zwanger en ze kregen gratie. Vier dochters volgden, en ten slotte trouwde er ergens een kleindochter Dorothy met Hendrik van Kirk.
Warren Hardings oma heette Van Kirk. Ze was vernoemd naar Geertje Verkerk uit het Gelderse rivierdorp Beusichem: de moeder van de familie die de oversteek naar Amerika maakte. De naam Verkerk veranderde vrijwel meteen in Van Kerck, en vandaar in Van Kirk. Geertje gespeld op z’n Nederlands kon op den duur niemand uitspreken, dat werd gefonetiseerd tot Charity, en zo heette niet alleen oma, maar ook Warrens zus. Tussen Warren en de Moorse Margarita zaten negen generaties, dus veel donkerte was er in de huidskleur niet overgebleven, maar niettemin zag Warren Harding er gebruinder uit dan anderen in Marion.
Copyright © 2021 Warren Harding: De Verliefde President - All Rights Reserved.
Powered by GoDaddy
We use cookies to analyze website traffic and optimize your website experience. By accepting our use of cookies, your data will be aggregated with all other user data.